Ook wel bekend als de Citadelmedaille. Ingesteld bij Koninklijk besluit no. 122 van 31 mei 1833 als beloning aan hen, die tijdens het beleg der Citadel van Antwerpen in het tijdvak van 28 november tot en met 24 december 1832, in de citadel en onderhorige forten (Vlaamsche Hoofd, Burcht, Zwijndrecht en Austruweel), alsmede op de flottille op de Schelde voor Antwerpen, hebben gediend.
Het is een bronzen medaille, 30 millimeter in diameter. De voorzijde vertoont het vijfhoekige grondplan van de Citadel van Antwerpen, waarbinnen de woorden "CITADEL / VAN / ANTWERPEN". Langs de afsnede is de naam van de modelleur te lezen: "J.P. SCHOUBERG F.". De F staat voor fecit (heeft gemaakt). Op de keerzijde is een lauwertak afgebeeld, waarbinnen een gekroonde W en de tekst "DECEMBER / 1832".
Het Nassau-blauwe lint, 27 millimeter breed, werd geleverd door de Firma Heinsbergen.
Er zijn medailles bekend met een bronzen lauwerkrans tussen het lint en de medaille. Deze lauwerkrans was een onofficieel draagteken om het verkrijgen van de Eervolle Vermelding aan te geven.
Een groot deel van de miniaturen is vervaardigd door de Firma Moussault uit Amsterdam. Ze zijn bekend met een diameter van 12, 14, 16 of 20 millimeter.
De Antwerpsche Medaille, gedragen door generaal Baron Chassé, welke commandant van de vesting was tijdens de belegering, werd bij Koninklijk besluit no. 143 van 13 juni 1857 toegekend aan het vaandel van het 7e Regiment Infanterie.
CERTIFICAAT De ondergeteekende verklaart, dat geregtigd is, tot het dragen van het Bewijs van Aandenken ingesteld bij Zijner Majesteits Besluit van 31 Mei 1833, N.o 122, voor allen, die zich, tijdens de Belegering der Citadel van Antwerpen
in de maand December 1832, op die Sterkte en bijliggendeForten, aan het Vlaamsche-Hoofd, Burght, Zwijndrecht en Austruweel, mitsgaders op 's Konings Flotille op de Schelde voor Antwerpen, hebben bevonden, als hebbende gediend in den rang van den 24sten Augustus 1833.
Bovenstaande uitgifte bekrachtigd, door mij: Directeur- de Eerens |
Bax, dr. W.F. (1973, integrale herdruk). Ridderorden, eereteekenen, draagteekens en penningen, betreffende de Weermacht van Nederland en Koloniën (1813-heden). Maastricht: A.G. van der Dussen B.V.
Hengel, G.H. van (1853). De Nederlandsche Ridderorden en Onderscheidingen of Eereteekenen. Velp: G.H. van Hengel Jr., p. 47-49.
Meijer, H.G. (1986). Het Algemeen Onderscheidingsteeken 1833, oorzaak en gevolg. Mars et Historia.
Meijer, H.G., C.P. Mulder & B.W. Wagenaar (1982). Orders and Decorations of the Netherlands. Venray: eigen uitgave, p. 59, 61.