STAATSCOURANT
Nr. 38846
12 juli
2017


Besluit tot wijziging van het Vernieuwd instellingsbesluit marinemedaille

3 juli 2017
Nr: BS 2017020281

De Minister van Defensie,

Besluit:

ARTIKEL I

Het Vernieuwd instellingsbesluit marinemedaille wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel c, onder 1° komt te luiden:
  1o. de bij de Directie Operaties Commando Zeestrijdkrachten ingedeelde marinierseenheden; of

2. Na onderdeel c, worden toegevoegd de onderdelen d en e:
  d. de militair: de militair, ingedeeld bij de Koninklijke marine;
  e. werkelijke dienst: de tijd gedurende welke de militair is aangesteld bij het beroepspersoneel van de krijgsmacht terwijl hij niet op non-activiteit is gesteld en hem geen buitengewoon verlof van lange duur is verleend als bedoeld in artikel 87 van het Algemeen militair ambtenarenreglement, dan wel de tijd gedurende welke de militair is aangesteld bij het reservepersoneel van de krijgsmacht en hij als zodanig feitelijk onder de wapenen is.

B

Artikel 4 komt te luiden:
  Artikel 4  
  1. De marinemedaille wordt toegekend aan de militair die op of na 18 januari 1985 in werkelijke dienst is en die op of na 1 januari 2004 over tenminste 1080 dagen een of meer van de volgende toelagen heeft genoten:
  1. de toelage, bedoeld in artikel 6 van de Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid, in verband met varen langer dan een etmaal (vaartoelage);
  2. de vergoeding, bedoeld in artikel 6 van de Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid in verband met bijzondere inzet of deelname aan een oefening van langere duur dan een etmaal (vergoeding bijzondere inzet en oefentoelage);
  3. de toelage bedoeld in de Regeling voorzieningen bij vredes- en humanitaire operaties (VVHO).
  2. Voor de berekening van de 1080 dagen, bedoeld in het eerste lid, worden met 15 dagen gelijkgesteld de tijdvakken die zijn doorgebracht in werkelijke dienst in de periode van 18 januari 1985 tot en met 31 december 2003, waarin gedurende tenminste 30 aaneengesloten dagen dienst is verricht:
  1. aan boord van een varend schip;
  2. bij een vliegtuigsquadron van de Koninklijke marine;
  3. bij een operationele eenheid van het korps mariniers;
  4. bij een operationele eenheid of een ander krijgsmachtdeel, voor zover die dienst naar het oor-deel van de Commandant Zeestrijdkrachten vergelijkbaar is met deze operationele dienst.
  3. Voor de berekening van de 1080 dagen, bedoeld in het eerste lid, wordt een kalendermaand gelijkgesteld aan 15 dagen ten aanzien van de militair die op of na 1 januari 2004 is of was geplaatst bij de Dienst Speciale Interventies (DSI) of bij de Netherlands Maritime Special Operation Forces en die aanspraak heeft of heeft gehad op de voor deze diensten vastgestelde maandtoelage.

C

Artikel 5 vervalt.

D

In artikel 8 wordt 'de Directeur Personeel Koninklijke marine' vervangen door: de Directeur Personeel en Bedrijfsvoering CZSK.

E

Artikel 12 komt te luiden:
  De minister kan de marinemedaille tijdelijk of blijvend ontnemen aan een militair die zich naar het oordeel van de minister de marinemedaille niet langer waardig toont.

F

Artikel 13 komt te luiden:
  De marinemedaille kan op diens verzoek tevens worden toegekend aan de militair van de Koninklijke landmacht, van de Koninklijke luchtmacht en van de Koninklijke marechaussee, die op of na 18 januari 1985 in werkelijke dienst is of was en die voldoet aan de voorwaarden, genoemd in artikel 4, voor zover de toelagen zijn genoten in verband met diens inzet bij een eenheid der zeemacht als bedoeld in artikel 1, onderdelen a tot en met c.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2017.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 3 juli 2017

De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert


TOELICHTING

Algemeen

In 1985 heeft de Koninklijke marine een medaille ingesteld ter waardering van veelvuldig of langdurig functioneren op operationele plaatsingen. Het besluit dat daarop betrekking had, is ingaande 1 september 2002 vervangen door het Vernieuwd instellingsbesluit marinemedaille (Stcrt. 2002, 205).

De onderscheiding is een blijk van waardering voor langdurige of veelvuldige operationele inzet in binnen- en buitenland. De onderscheiding is daarnaast een blijk van erkenning voor het feit dat langdurige of veelvuldige operationele inzet belastend is. Naast verhoogde veiligheidsrisico’s moet het personeel extra offers brengen ten aanzien van sociale relaties (het thuisfront), huisvesting, etc.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Met de bij de Directie Operaties Commando Zeestrijdkrachten ingedeelde marinierseenheden (artikel 1, onderdeel c, 10) wordt gedoeld op de 1st en 2nd Marine Combat Groups, Seabased Support Group, Surface Assault and Training Group en de Netherlands Maritime Special Operation Forces.

Tijdvakken waarin de militair op non-activiteit is gesteld of waarin de militair buitengewoon verlof van lange duur is verleend worden niet meegeteld voor de berekening van de duur van de werkelijke dienst. De reden hiervan is dat de militair in een tijdvak van non-activiteitstelling of buitengewoon verlof niet is ingezet voor Defensie.

Artikel I, onderdeel B

In artikel 4 is het criterium locatie (schip en land) vervangen door het criterium genoten toelagen omdat in de huidige defensiebrede personeelsinformatiesystemen de locatie van de militair niet zonder meer kan worden achterhaald en operationele inzet beter kan worden afgeleid uit de toelagen die de militair heeft genoten. Dit heeft als bijkomend voordeel dat de militair de medaille automatisch toegekend krijgt. Het indienen van een aanvraag is niet meer nodig.

18 januari 1985 is de datum waarop de marinemedaille is ingesteld. Gezien de norm van 180 vaardagen per jaar, kan de militair na zes jaar van veelvuldige en langdurige operationele inzet in aanmerking komen voor een marinemedaille. Op 1 januari 2004 is het Nieuw Salarissysteem Krijgsmacht (NSK) ingesteld, waar de genoten toelagen uit blijken.

Een militair die is geplaatst bij de Dienst Speciale Interventies (DSI), gaat vaker op oefening dan andere militairen. In verband hiermee ontvangt de militair niet een oefentoelage die per dag wordt berekend, maar een (vergelijkbare) DSI-maandtoelage. De DSI-maandtoelage dient daarnaast als inzet-toelage. Bij de berekening wordt uitgegaan van een gemiddelde van 15 oefendagen per maand.

Artikel 1, onderdeel C

Artikel 5 vervalt, zodat nu ook tijdvakken worden meegeteld waarover de militair een vergelijkbare medaille heeft ontvangen in verband met operationele inzet bij een ander krijgsmachtdeel. Dit doet recht aan de toename van de operationele inzet sinds het einde van de Koude Oorlog in 1990. Veel militairen zijn ieder jaar meerdere maanden van huis in krijgsmachtbrede operaties, bijvoorbeeld voor antipiraterij. Het niet-meewegen van die tijdvakken zou geen recht doen aan de impact van langdurige operationele inzet.

Artikel I, onderdeel D

Met dit artikel wordt tot uitdrukking gebracht dat de medaille wordt uitgereikt als blijk van waardering en erkenning door de Directeur Personeel en Bedrijfsvoering CZSK.

Artikel I, onderdeel E

Met de herformulering van artikel 12 wordt duidelijk dat het oordeel van de minister maatgevend is bij de bepaling of de militair zich de marinemedaille niet langer waardig toont.

Artikel I, onderdeel F

De medaille kan op diens verzoek tevens worden toegekend aan de militair in werkelijke dienst van de Koninklijke landmacht, van de Koninklijke luchtmacht of van de Koninklijke marechaussee, die bepaalde toelage(n) heeft genoten in verband met inzet bij een eenheid van de zeemacht. Het ICT-personeelssysteem PeopleSoft registreert niet automatisch de inzet van een militair bij een ander krijgsmachtdeel dan waarbij hij is ingedeeld. Daarom dient deze militair zelf om toekenning van de marinemedaille te verzoeken.

Artikel II

Met de inwerkingtreding per 1 september 2017 wordt afgeweken van de vaste verandermomenten. Afwijking is gerechtvaardigd omdat het een interne regeling betreft die alleen betrekking heeft op militairen.

De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert