RECUEIL MILITAIR 1870


Voor het dragen door militairen van medailles, in vreemden dienst verworven, wordt 's Konings toestemming gevorderd.

Personeel en Militaire Zaken.
         No. 38 P.
             -

's-Gravenhage, den 30sten Junij 1870.

De Minister van Oorlog,

   Ontvangen hebbende Zijner Majesteits besluit van den 15den dezer, no. 9, luidende als volgt:

   WIJ WILLEM III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE-NASSAU, GROOT-HERTOG VAN LUXEMBURG, ENZ., ENZ., ENZ.

   Op de voordragten van Onzen Raad van Ministers van den 24sten Mei en den 10den Junij 1870;

   Hebben goedgevonden en verstaan:

   Met intrekking van het bepaalde bij het 3de punt van het Koninklijk besluit van den 12den November 1816, La. A3, te bepalen, dat de vergunning tot het dragen van medailles aan militairen, die deze in vreemde dienst hebben verworven, voortaan door Ons zullen worden verleend.

   Afschriften dezes zullen worden gezonden aan den Raad van Ministers en aan den Kanselier der beide Nederlandsche orden, ter kennisneming, en aan Onze Ministers van Marine, van Oorlog en van Koloniën, tot uitvoering.

   's-Gravenhage, den 15den Junij 1870.

WILLEM.

De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk
   voorzitter van den Raad van Ministers,

        FOCK.

Gelast, dat voormeld besluit in het Recueil Militair zal worden geplaatst tot algemeene kennisgeving.