Home -> Medailles -> Republiek der Zeven Provinciën -> Doggersbank-medaille 1781

Doggersbank-medaille 1781

De Republiek der Zeven Provinciën was de eerste republiek ter wereld. Na zich onder leiding van Willem van Oranje (1533-1584) te hebben vrijgevochten van het Spaanse bewind, werd in 1588 de Republiek uitgeroepen. Aan het hoofd van deze Republiek stond een stadhouder, welke in alle gevallen een afstammeling was van Willem van Oranje.
In 1795 kwam een einde aan de Republiek der Zeven Provinciën toen deze werd ingelijfd als gedeeltelijk zelfstandige staat onder Frans bewind.

Toen in 1776 de Verenigde Staten zich op een soortgelijke manier vrijvochten van het Engelse bewind kon dit gebeuren in de Republiek der Zeven Provinciën op veel sympathie rekenen. Dit leidde tot de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog (1780-1784).

Op 5 augustus 1781 kwam het tot een treffen tussen een Nederlands flottielje onder leiding van schout-bij-nacht J.A. Zoutman (1724-1794) en een Britse vloot onder leiding van Admiraal Hyde Parker. De Nederlandse escorteschepen waren geen partij voor de zwaarbewapende en geoefende Engelse oorlogsschepen. De strijd werd echter door geen van beide partijen gewonnen en uiteindelijk moesten beide partijen zwaar beschadigd terugtrekken. In Nederland werd dit (ten onrechte?) gezien als een grote overwinning.

En zoals bij elke overwinning behoren de 'helden' beloond te worden. Stadhouder Willem V (1751-1791) beloonde, de inmiddels tot Vice-Admiraal bevorderde Zoutman met de Gouden Erepenning der Staaten-Generaal. Daarbij stelde de stadhouder een herinneringsdraagmedaille in welke zou worden uitgereikt aan de overlevende officieren, adelborsten en onderofficieren. De lagere rangen zouden een geldelijke beloning krijgen.

De medaille, welke de naam Doggersbank-medaille zou krijgen, is ovaal van vorm (36x28 mm). Aan de voorzijde is een gevleugelde Victorie te zien, staande op de boeg van een oorlogspraam. In haar rechterhand houdt zij een krans van oranjeloof. Op de romp van het schip staat te lezen "DOGGERS/BANK". Beginnende bij haar rechtervoet en eindigend bij de krans van oranjeloof is langs de linkerzijde van de medaille te lezen "PAX QVAERITVR BELLO" (vrede wordt behaald door oorlog). Langs de rechterzijde van de medaille (beginnend bij de boeg van het schip en eindigend bij de krans van oranjeloof) is de tekst "V AVG/MDCC/LXXXI" (5 augustus 1781) te lezen.
De keerzijde vertoont de tekst "EXI/MIAE/VIRTU/TIS/PRAEM/IVM" (als beloning voor uitstekende dapperheid) in een krans van oranjeloof. Tussen de krans en de rand van de medaille is de tekst "MVNIFICENTIA PRINCIPIS AVRIACI" (vanwege de Prins van Oranje) te lezen.
Er zijn twee verschillende types van de Doggersbank-medaille. Op enkele exemplaren is links van de voet van Victorie een breuklijn te zien waar waarschijnlijk een stempelbreuk heeft gezeten. Dit verklaard waarom er types bestaan met aan de keerzijde een andere lauwertak en een verschoven tekst.

Gouden medailles met een rood-wit-blauw lint werden uitgereikt aan Zoutman, zijn eerste officier (Van Kinsbergen) en de 17(?) scheepskapiteins. Zilveren medailles met rood-wit-blauw lint werden uitgereikt aan de officieren en zilveren medailles met oranje lint werden uitgereikt aan de adelborsten en onderofficieren. Opvallend aan het lint is de ophanging. Vanaf de medaille gezien hing het lint van een strik aan het lint. Zeg maar de huidige opmaak voor dames.

Daar dit de eerste door een staatshoofd ingestelde medaille was ter herinnering van een wapenfeit, wordt de Doggersbank-medaille door veel historici gezien als de eerste Nederlandse militaire herinneringsmedaille.

Bij Koninklijk besluit no. 6 van 5 augustus 1843 (62 jaar na de slag) werden vier overlevenden benoemd tot Ridder 3e klasse der Militaire Willemsorde. Dit waren: Salomon baron van Dedel (1775-?), J. van Hoogenhouck Tulleken (1762-?), C.H. Ver-Huell (1764-1845) en F. baron Fagel (1768-?).
De laatste overlevende mindere van de slag, de matroos Abraham Losgert (1764-1856), werd bij Koninklijk besluit van 9 september 1853 benoemd tot Ridder in de Orde van de Eikenkroon.

Andere Ridders der Militaire Willemsorde die bij de Slag om de Doggersbank aanwezig waren zijn:
Jhr. J.H. van Kinsbergen (Grootkruis M.W.O. bij K.B. no. 16 van 8 juli 1815). Deze kreeg op 4 mei 1810 van Koning Lodewijk Napoleon de titel "Graaf van de Doggersbank";
A. Kikkert (1762-1819, Commandeur M.W.O. bij K.B. no. 16 van 8 juli 1815); en
Jhr. H.A. Ruijsch (1767-1839, Ridder 3e klasse M.W.O. bij K.B. no. 52 van 2 april 1823).


Literatuur

Köffler, G.C.E. (1940). De Militaire Willemsorde 1815-1940. ’s-Gravenhage: Algemeene Landsdrukkerij.
Meijer, H.G., C.P. Mulder & B.W. Wagenaar (1984). Orders and Decorations of the Netherlands. Venray: eigen uitgave, p. 44.
Mulder, C.P. & P.A. Christiaans (1999). Onderscheidingen van de Koning-Groothertog. De Orde van de Eikenkroon 1841-1891. ’s-Gravenhage: Kanselarij der Nederlandse Orden.
Schutte, mr. O. (1985). De Orde van de Unie. Zutphen: De Walburg Pers.
Diverse encyclopedieën.