Terug naar Decorati
Terug naar de index

Onderscheidingen aan Nederlanders voor de Politionele Acties 1945-1951

Maaskant - Muskita

Maaskant, J.

Geboren op 27 november 1912.
Legernummer 12.11.27.000.
Bekende onderscheidingen: BL

Bronzen Leeuw
   K.B. no. 6 van 24 augustus 1950
   Reserve-eerste luitenant voor algemene dienst

Heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden in de strijd tegenover de vijand onderscheiden door op 18 Juli 1949 op de cultuuronderneming “Pagilaran” (Midden-Java), toen bij het aanbreken van de dag een bende goed bewapende kwaadwilligen van ongeveer 200 man plotseling het woningcomplex met aangrenzende tuin aanviel, hieraan met karabijn en pistool en slechts gesteund door de, met een jungle-karabijn bewapende, machinist van deze onderneming, op onverschrokken wijze onder zeer zwaar van nabij afgegeven vijandelijk vuur taai weerstand te bieden.
In het bijzonder door, hoewel hij tot vijfmaal toe werd gewond, waardoor hij tenslotte het bewustzijn verloor, gedurende twee uren van zware strijd en telkens herhaalde vijandelijke aanvallen onverschrokken stand te blijven houden, waarbij hij door zijn koelbloedig achtereenvolgens op verschillende plaatsen afgegeven uitmuntend gericht vuur op zeer korte afstand een groot aantal vijanden deed sneuvelen.
Door dit zo bijzonder moedig optreden tegenover een grote overmacht te bereiken dat de vijand telkens aarzelde in de woning binnen te dringen en terugtrok.

Bron: BL/BK blz. 228

Martens, C.A.

Bekende onderscheidingen: BL.2

Bronzen Leeuw
   K.B. no. 10 van 7 januari 1950 (2e toekenning)
   Kapitein der Infanterie van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger

Bronzen Leeuw
   K.B. no. 20 van 13 september 1947
   Kapitein der Infanterie van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger

Bron: BL/BK blz. 69,229

Mastrigt, A.L. van

Geboren op 24 maart 1908.
Legernummer 080324006 ; tltn.d.Art. (03-08-1930), maj. (01-11-1948), ltkol. (01-07-1953).
Bekende onderscheidingen: BL,OHK.1,OV,XXV

Bronzen Leeuw
   K.B. no. 98 van 31 maart 1952
   Majoor van het Wapen der Infanterie

Heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden in de strijd tegenover de vijand onderscheiden als commandant van het Iste Bataljon infanterie van het voormalig Koninklijk Nederlands-Indonesisch Leger dat te MAKASSAR was gelegerd en in de periode 15/18 Mei 1950 in alarmtoestand verkeerde als gevolg van het optreden van guerillabenden in de omgeving der kampementen, welke benden een ongeregeld vuur onderhielden en bij wijlen plotseling tot overvalling overgingen. Van de zijde der Nederlandse militaire autoriteiten werd tot grote kalmte en zelfbeheersing aangespoord en moest iedere agressieve actie worden vermeden.
Ondanks de uiteraard moeilijke omstandigheden, die uit een en ander voortvloeiden, wist Majoor Van Mastrigt de leiding over de meer en meer in staat van opwinding gerakende inheemse troepen onder zijn bevel in handen te houden, daarin bijgestaan door enkele officieren en een aantal onderofficieren. Hij hield de guerilla’s op veilige afstand en schoot slechts wanneer een andere oplossing niet mogelijk was.
Op 17 Mei besloot hij persoonlijk en ongewapend naar het A.P.R.I.S. (Angkatan Perang Republik Indonesia Serikat) Commando te MAKASSAR te gaan om te trachten na mondeling overleg met de militaire autoriteiten der A.P.R.I.S. de actie der guerilla’s gezamenlijk te keren.
Op 18 Mei begaf hij zich wederom persoonlijk en ongewapend buiten het kamp om poolshoogte te nemen van de bewegingen aan de zeezijde van MAKASSAR waar troepen werden geland, en vervolgens ging hij nogmaals op eigen initiatief naar de Oostzijde buiten het kampement om een plotseling en dreigend conflict van A.P.R.I.S.-troepen en eigen bewaking in de kiem te smoren.
Bij al deze acties werkte zijn voorbeeld stimulerend op de eigen troep en imponerend op de A.P.R.I.S.-autoriteiten, die deswege hun medewerking verleenden tot een beëindiging van het conflict dat reeds een aantal doden en gewonden had gekost.

Bron: ARA 2.02.32 inv. 618 ; BL/BK blz. 229 ; NRLL 1956 blz. 191

Masung

Bekende onderscheidingen: BL

Bronzen Leeuw
   K.B. no. 75 van 27 januari 1947
   Menadolees sergeant der tweede klasse van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger

Bron: BL/BK blz. 229

Matahelemuel

Bekende onderscheidingen: BL

Bronzen Leeuw
   K.B. no. 75 van 27 januari 1947
   Ambonees fusilier der Infanterie van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger

Bron: BL/BK blz. 229

Médart, Martin

Geboren op 1 september 1918. Overleden te Neukirchen (Oostenrijk) op 10 oktober 2015.
KMA (1937), tltn.d.Inf. (08-06-1942), eltn. (01-04-1949), kapt. (01-05-1952), maj. (01-05-1959), pensioen 1964.
Bekende onderscheidingen: KV,OHK.2,OV.4,XX

Kruis van Verdienste
   K.B. no. 35 van 14 maart 1952
   Uitgereikt in het Paleis op de Dam op 29 april 1953
   Tweede luitenant

Bron: Naam- en Ranglijst der Officieren 1961, p. 62 ; Chechpoint nummer 10, december 2015, p. 35 ; met dank aan de heer H.J. Huisman

Meer, P.H. van der

Bekende onderscheidingen: BL

Bronzen Leeuw
   K.B. no. 45 van 8 augustus 1950
   Luitenant-kolonel der Infanterie van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger

Bron: BL/BK blz. 229

Meerdink, Engelbartus Frederik ("Bart")

Geboren te Semarang, Java, op 18 januari 1920. Overleden te Dordrecht op 11 juli 2012.
Eltn.d.Marns. (01-09-1945), Maj.d.Marns. (01-09-1954), LTZ(SD)1 (01-04-1960), pensioen en LTZ(SD)1 KMR (01-10-1964), e.o. 01-10-1965.
Bekende onderscheidingen: BL,OHK.1,OV.4,XX,KLO,NSF,TMPT,DIG,DIV

Bronzen Leeuw
   K.B. no. 41 van 6 maart 1950
   Uitgereikt door vice-admiraal F.J. Kist op de marinierskazerne te Oedjoeng in juni 1950
   Kapitein der Mariniers
   Wegens:

Heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden in de strijd onderscheiden in de maanden December 1948 en Mei 1949 tijdens patrouilleacties tegen terroristische benden op Oost-Java. In het algemeen door zijn moedig, enthousiast en kundig optreden zijn meestentijds uit vrijwilligers bestaande groep van schrijvers, koks, facteur en chauffeurs bij voortduring bij verschillende dikwijls onverwachte ondernemingen weten te bezielen en deze aldus tot een goed einde weten te brengen. Voorts bovendien zich weten te onderscheiden door:
1e. in de nacht van 28 op 29 December 1948 de opdracht uit te voeren om een colonne welke bij Djombang op ernstige weerstand stuitte van munitie te voorzien en, toen de commandant van deze colonne ernstig bleek te zijn gewond en hem het commando daarover werd opgedragen, na het in korte tijd breken van de tegenstand Djombang te bezetten. Voorts door tijdens de zuivering van Djombang, toen de bende onder het afgeven van mortier-, mitrailleur- en geweervuur opnieuw aanviel, deze aanval af te slaan, waarbij terroristen sneuvelden en hij bovendien een grote hoeveelheid wapenen, munitie en springstoffen buitmaakte.
2e. op 2 Mei 1949 tijdens een zuiveringsactie Noord van Soemobito spontaan en met groot elan alleen en bij verrassing over een grotendeels vernielde brug naar voren te stormen en er in te slagen 3 terroristen aan de overzijde onschadelijk te maken, waarop de rest van de bende op de vlucht sloeg.
3e. op 12 Mei daaraanvolgende, toen hij zich bij een colonne bevond, welke een actie uitvoerde in de omgeving van Modjowarno, op bijzonder moedige wijze in de nacht een verdachte kampongwoning binnen te dringen, waarin hij ondanks schaarse verlichting op onverschrokken wijze 2 tegenstanders buiten gevecht stelde.

Bron: BL/BK blz. 172,229 ; Wo.2974 ; met dank aan de heer W.F.J. Elgers

Messing, Paul

Geboren te Baarn op 17 juli 1923. Overleden te Hilversum op 4 december 2010.
Res-ritm.d.Cav.
Bekende onderscheidingen: BL,OV,DIV

Bronzen Leeuw
   K.B. no. 64 van 14 oktober 1949
   Reserve-tweede luitenant van het Wapen der Cavalerie

Heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden in de strijd tegenover de vijand onderscheiden:
1. op 28 Augustus 1947 als opvolgend pelotonscommandant tijdens een nachtpatrouille, hoewel zelf tijdelijk blind aan beide ogen als gevolg van het ontploffen van een vijandelijke handgranaat onder de zitting van zijn brencarrier, op zeer kalme wijze orders te geven voor het onmiddellijk verbinden van de zwaargewonde chauffeur van zijn bren-carrier en deze daardoor het leven te redden;
2. Op 18 Januari 1948 als commandant van een patrouille van zeven man, toen hij bij het naderen van de kampong Boled (West-Java) daaruit vijandelijk vuur ontving, op moedige en vastberaden wijze deze kampong met zijn zwakke patrouille te bestormen niettegenstaande hij onder vuur van twee vijandelijke zware mitrailleurs kwam.
Vervolgens door, toen na deze geslaagde aanval de oprukkende overmachtige vijand dreigde zijn patrouille te omsingelen, op een goed gekozen ogenblik en punt deze benden onder vuur te nemen met de juist op hen buitgemaakte mitrailleur, om daarna wegens munitiegebrek zijn patrouille terug te trekken en veilig thuis te brengen;
3. Op 19 Februari 1948 tijdens de actie bij kampong Djereged, toen hij met zijn patrouille in een goed opgezette vijandelijke hinderlaag viel, door beleidvol optreden te voorkomen dat ernstige verliezen werden geleden door zijn patrouille kalm te leiden en onder dekkingsvuur van de bren man voor man uit een geheel open sawagebied terug te nemen.
Voorts door, toen nagenoeg al zijn mortiergranaten, welke nat waren geworden, weigerden en hij daardoor geen vuuroverwicht kon verkrijgen op de in aantal veel sterkere vijand, die hem van drie zijden bestookte, het gevecht af te breken toen bovendien munitie gebrek hem daartoe noodzaakten daarna in het moeilijke terrein op beleidvolle wijze zijn patrouille te leiden, zodat deze met slechts twee gewonden weer veilig het bivak kon bereiken.

Bron: BL/BK blz. 229 ; met dank aan de heer W.F.J. Elgers

Meuwsen, H.J.A.

Geboren op 9 februari 1914.
Legernummer 14.02.09.001.
Bekende onderscheidingen: KV

Kruis van Verdienste
   K.B. no. 6 van 24 augustus 1950
   Tijdelijk benoemd reserve-eerste luitenant voor algemene dienst

Heeft zich in verband met vijandelijke actie door moedig en beleidvol optreden onderscheiden en daarmede het belang van het Koninkrijk gediend tijdens de 1e politionele actie in 1947 en in de maanden September, October en November 1947 in West-Java als radio-officier ingedeeld bij de gevechtsstaf van de “W” Brigade.
In het bijzonder:
1e. door na aankomst van de gevechtsstaf te Lembang, toen tengevolge van de slechte weersomstandigheden het contact met de aanvallende troepen herhaaldelijk verloren ging, onder moeilijke omstandigheden door middel van veld-telefoon en later door radioverbinding de verbinding opnieuw tot stand te brengen en verder te onderhouden.
2e. door tijdens de acties in de maanden September en October 1947 in dde omstreken van Tegal, Belik, Boemiajoe, Soemadang en Tjitalengka de voor deze acties bevolen verbindingen op zeer vlotte wijze tot stand te brengen, waarbij hij persoonlijk vele malen met goede uitkomst verkenningen per Auster boven vijandelijk gebied uitvoerde.
3e. door tijdens de zuiveringsactie Zuid van Garoet in de maanden October en November 1947 persoonlijk en onder het aanvaarden van grote risico’s de verbinding van een vervooruitgeschoven bataljon met de Brigadestaf door een gebied hetwelk pas was veroverd, te herstellen.
4e. Tenslotte door eind Februari 1949, ingedeeld als radio-officier bij een afdeling van drie pelotons, welke Zuid van Gombong ver in het vijandelijke gebied een bende moest opsporen, de radio-verbinding tijdens deze actie op voorbeeldige wijze in stand te houden.

Door zijn voorbeeldige plichtsbetrachting, hoog moreel en vakbekwaamheid veel tot de successen van de “W” Brigade bij te dragen.

Bron: met dank aan de heer B. Keers

Meyer, J.W.

Geboren op 25 oktober 1924.
Legernummer 24.10.25.014 ; Eltn.d.Cav. (13-05-1949), ritm. (16-04-1954).
Bekende onderscheidingen: KV,OV,KRV.1,UNKOR,KWM,BSTR.v

Kruis van Verdienste
   K.B. no. 29 van 12 mei 1951
   Reserve-eerste luitenant van het Wapen der Cavalerie

Heeft zich in verband met vijandelijke actie door moedig en beleidvol optreden onderscheiden en daarmede het belang van het Koninkrijk gediend door op 27 Juli 1949, toen in een loods, in gebruik als benzine-opslagplaats, op het “Netherlands Indies Petrol Board” terrein nabij het station Balapan te SOLO door ’s vijands toedoen een benzinebrand was ontstaan, waardoor zeer groot gevaar bestond dat de gehele tweede lijns B.O.S. voorraad van de “V” Brigade verloren zou gaan, dit gevaar af te wenden.
In het bijzonder door, zonder acht te slaan op persoonlijk gevaar, onmiddellijk nadat hij ter plaatse was aangekomen en de dreigende uitbreiding van de brand had vastgesteld, de juiste maatregelen te nemen om uitbreiding van deze felle brand zoveel mogelijk te voorkomen.
Daartoe zelf met een brandblusapparaat te werken en mede te helpen vaten benzine te verrollen terwijl reeds vlammende vlokken benzine, afkomstig van exploderende vaten benzine, overal in zijn nabijheid neerkwamen.
Door zijn doortastend en moedig optreden, waarbij hij een grote verantwoordelijkheid dorst te aanvaarden, en zijn goed voorbeeld aan de te zijner beschikking gestelde militairen, te bereiken dat de brand werd beperkt en ongeveer 200 drums benzine in veiligheid konden worden gebracht.

Bron: met dank aan de heer B. Keers

Meijer, Johannes Kroese

Geboren te Semarang, Nederlands-Indië, op 13 mei 1898. Overleden te Connecticut, Verenigde Staten, op 25 november 1972.
Tltn.d.Inf.KNIL (12-08-1918 KB 68 miv. 12-08-1918), eltn. (30-04-1919), kapt. (30-05-1929), maj. (30-04-1939), genmaj. (28-06-1948 KB 45), e.o. 29-07-1949 KB 37
Stafofficier bij de Koninklijke Nederlandsche Brigade Prinses Irene (1941-1942), militair en territoriaal commandant in Suriname (1942 - juli 1943), commandant der Grondtroepen in Australië (1943-1945)
Bekende onderscheidingen: MWO.4,OV,XXV,Mk,LoM.3

Ridder 4e klasse der Militaire Willems-Orde
   K.B. no. 43 van 11 juni 1948 (reg.nr. 5602)
   Kolonel der Infanterie van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger
   Wegens:

Het zich in de strijd onderscheiden hebben door uitstekende daden van moed, beleid en trouw te bedrijven in de maanden Juli t/m Augustus 1947 tijdens de politiële acties in West- en Midden Java als Commandant van de "V" Brigade.
Na een zorgvuldige voorbereiding heeft hij de opdracht om na het doorbreken van het Bandoeng Oost-front met zijn Brigade Cheribon te bezetten en vervolgens over Tegal naar Poerwokerto en Tjilatjap op te rukken, waarbij een bruggehoofd op de Zuidelijke oever van de Kali Seraja moest worden gevormd, met grote voortvarendheid en beleid uitgevoerd, zodat als gevolg van de volkomen verrassing stad en haven van Cheribon onvernield bleven en op verschillende plaatsen grote groepen Chinezen bevrijd konden worden.
In het bijzonder heeft hij tijdens het verdere verloop der operatie moedig initiatief en snelle besluitvaardigheid betoond door met aanvaarding van grote risico's, doch op grond van een juist tactisch inzicht, af te wijken van de hem door zijn Divisie-Commandant uitdrukkelijk bevolen opmarsweg en met zijn Brigade, waarbij ruim 1200 motorvoertuigen, langs een slechte nog onvoldoende werkende, secundaire weg door bergterrein en over zwakke bruggen naar Poerwokerto uit het Oosten in plaats van uit het Westen door te stoten. Door dit verrassend snel optreden werden de gestelde operatiedoelen bereikt.
Bij al deze acties heeft hij zich steeds bij de voorste afdelingen van zijn Brigade bevonden en droeg zijn bezielend en meermalen van grote persoonlijke moed getuigend voorbeeld er belangrijk toe bij dat de "V" Brigade een opvallend snel en groot succes ten koste van geringe verliezen behaalde.

Bron: Maalderink blz. 313 ; Schlegel blz. 74 ; KNIL blz. 66

Meijer, K.

Bekende onderscheidingen: BL

Bronzen Leeuw
   K.B. no. 64 van 14 oktober 1949
   Reserve-tweede luitenant van het Wapen der Infanterie

Bron: BL/BK blz. 229

Middel, P.J.G.

Bekende onderscheidingen: BL

Bronzen Leeuw
   K.B. no. 44 van 16 juni 1950
   Soldaat der eerste klasse der Infanterie van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger

Bron: BL/BK blz. 229

Mobers, F.G.H.

Geboren te Valkenburg op 31 mei 1922. Overleden te Gardena (Californië, USA) op 24 april 2015.
Bekende onderscheidingen: BK

Bronzen Kruis
   K.B. no. 64 van 24 oktober 1949
   Korporaal-oorlogsvrijwilliger

Heeft zich door moedig optreden tegenover de vijand onderscheiden door op 22 Juli 1947, ingedeeld als commandant van een mijnensectie, toen enige eigen pantserwagens de belangrijke Toentangbrug Zuid van Semarang met grote snelheid waren overgetrokken, uit zijn daarbij beho-rende wagen te springen en, terwijl hij zich onder mitrailleurvuur bevond en in de nabijheid ook mortiervuur viel, de trekdraden lopende naar enig zich op de brug bevindende bommen door te knippen en met behulp van enige mannen van zijn sectie de bommen ook verder onschadelijk te maken.

Bron: met dank aan de heer W.F.J. Elgers

Mododake

Bekende onderscheidingen: BL

Bronzen Leeuw
   K.B. no. 75 van 27 januari 1947
   Menadolees korporaal van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger

Bron: BL/BK blz. 229

Montanari, Ch.E.

Bekende onderscheidingen: BL

Bronzen Leeuw
   K.B. no. 19 van 27 december 1949
   Adjudant-onderofficier der Infanterie van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger

Bron: BL/BK blz. 229

Monterie, C.

Bekende onderscheidingen: BL

Bronzen Leeuw
   K.B. no. 43 van 23 februari 1950
   Reserve-eerste luitenant voor algemene dienst van de Koninklijke Landmacht

Bron: BL/BK blz. 229

Morêe, Gabriél Hendrik ('Henk')

Geboren te Zwijndrecht op 26 augustus 1925. Overleden te Zuidland op 24 mei 2009.
Bekende onderscheidingen: BK

Bronzen Kruis
   K.B. no. 64 van 14 oktober 1949
   Dienstplichtig soldaat van het Wapen der Genie

Heeft zich door moedig gedrag tegenover de vijand onderscheiden door op 1 November 1947 op de weg bij Bendoengan West-Java, tijdens een vuuroverval van terroristische benden op de Genie-werkploeg waarvan hij deel uitmaakte met inzet van zijn leven, onder zwaar vijandelijk vuur met een andere soldaat een poging te wagen, onder dekking van eigen Bren-vuur, een zwaar gewonde soldaat in veiligheid te brengen, waarbij zij echter nadat het hun was gelukt de zwaargewonde enigszins dekking te bezorgen, gewond raakten.
Voort door daarna alleen met de zwaargewonde verder te gaan en te trachten hem geheel buiten 's vijands vuur te brengen, bij welke poging hij, zowel als de zwaargewonde nogmaals door vijandelijk vuur uit een andere richting werden getroffen.

Bron: Brons nr. 63, blz. 4 ; overlijdensadvertentie De Telegraaf dd. 26 mei 2009

Mulder, J.D.

Geboren op 18 september 1921.
Legernummer 21.09.18.008.
Bekende onderscheidingen: BK

Bronzen Kruis
   K.B. no. 29 van 12 mei 1951
   Reserve-eerste luitenant van het Wapen der Infanterie

Heeft zich door moedig optreden tegenover de vijand onderscheiden op 22 Januari 1949 als commandant van een patrouille ter sterkte van één peloton infanterie tijdens een zuiveringsactie tegen terroristische benden bij kampong TJIBOEBOER (WEST-JAVA).
In het bijzonder door zijn opdracht, om deze kampong TJIBOEBOER en omgeving van zich daarin bevindende benden te zuiveren, op beleidvolle en doortastende wijze uit te voeren, waarbij, zonder zelf verliezen te lijden, de tegenstander aanzienlijke verliezen werden toegebracht en bovendien een grote hoeveelheid wapenen, munitie en springstoffen werd buitgemaakt.
Door dit optreden te bereiken dat een ernstig verzetscentrum was uitgeschakeld.

Bron: met dank aan de heer B. Keers

Musch, Ferdinand Otto Boudewijn

Geboren te Salatiga op 2 november 1905. Overleden te Arnhem op 31 augustus 1971.
Tltn.d.GS. (31-07-1921), ltkol.d.GS. (01-05-1949), kol.d.GS. (30-06-1953), tijd.brig-gen.
Bekende onderscheidingen: BL,VOA,OHK,OV.2,XXV,KB.5

Bronzen Leeuw
   K.B. no. 25 van 9 december 1949
   Luitenant-kolonel der Infanterie van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger

Bron: BL/BK blz. 230 ; NRLL 1956 blz. 11,40 ; VOA blz. 170

Muskita, Dominggoes (Dominggus)

Geboren te Koetaradja op 13 juni 1913. Overleden te Malang op 17 maart 1949.
Bekende onderscheidingen: BK

Bronzen Kruis
   K.B. no. 32 van 30 november 1949 (postuum)
   Amboinees sergeant der infanterie van het Koninklijk Nederlands-Indonesisch Leger, stamboeknummer 26250

Heeft zich door moedig optreden tegenover de vijand onderscheiden door op 17 Maart 1949 als commandant van een patrouille tijdens een actie tegen terroristische benden bij kampong Sekarpoera (in het Malangse, Oost-Java), toen de patrouille tegenover een zeer sterke mate automatische wapenen en geweren bewapende bende kwam te staan, zonder zich te bedenken met zijn kleine groep de strijd tegen deze overmacht aan te binden.
Voorts door daarna op onverschrokken en tactisch juiste wijze de aanval in te zetten en te leiden, waarbij aan ’s vijands zijde 30 man sneuvelden, totdat hij zich tenslotte wegens munitiegebrek moest losmaken en terugtrekken, waarbij hij levensgevaarlijk werd verwond.

Bron: ARA 2.02.20 inv. 9855 ; BL/BK blz. 248 ; www.ogs.nl (NB. geeft afwijkende voornaam en vermeldt op het graf BK.2)