Home -> Medailles -> Onderscheidingen voor verdienste -> Beloningspenning voor de koepok vaccinatie (1814)

Beloningspenning voor de koepok vaccinatie (1814)

Als Willem Frederik soeverein vorst der Nederlanden wordt, besluit hij de door Lodewijk Napoleon ingestelde beloningspenning voor koepok-vaccinatie te continueren. Bij besluit no. 6 van 8 september 1814 (Staatsblad no. 98) worden 'bepalingen der bevordering van het meer algemeen gebruik der Koepok-inënting' vastgesteld. In de artikelen 8 en 9 wordt bepaald dat jaarlijks, op voordracht van de provinciale commissiën van geneeskundig onderzoek en toezicht, in elke provincie aan drie doctoren of chirurgijns, welke het grootste aantal personen hebben gevaccineerd (tenminste honderd personen), een gouden medaille, ter waarde van tien dukaten zal worden toegekend.

De medaille wordt gelijk gehouden met de reeds door Lodewijk Napoleon ingestelde: een ronde gouden medaille met een middellijn van 39,8 millimeter. De voorzijde vertoont een koe, waarboven de vliegende figuur van de Faam die de bazuin schalt en in haar linkerhand een esculaapstaf vasthoudt. In het gras voor de koe staat: 'FABRIEK H. DE HEUS' in twee regels. Het omschrift luidt: "VOLITAT . IAM . FAMA . PER ORBEM." (De Faam vliegt reeds boven de aarde). Onderaan, in de afsnede, het jaartal: 'MDCCCIX' (1809).
De keerzijde vertoont een eikenkrans, waarbinnen ruimte is voor een inscriptie. Buiten deze krans staat het randschrift: "PRO. VARIOL. VACC. INSIT. PLUS. C. CIVIB. UNO. ANN. GRATIS. ADMINISTR." (voor aan meer dan honderd burgers in een jaar gratis verrichte koepokinentingen).

Bij Koninklijk besluit van 18 april 1818 wordt in artikel 9 bepaald dat er elk jaar in de provincies 'enige' gouden gedenkpenningen, ter waarde van vijftig gulden zullen worden uitgereikt 'aan geneesheeren en heelmeesters, die zich door het doen van koepok-inentingen, zonder daar voor belooningen te hebben genoten, bijzonder verdienstelijk gemaakt hebben; echter alleen in geval dat het getal dier gratis gedane inëntingen de honderd te boven gaat.' Hierbij is het aantal van drie per provincie dus losgelaten en wordt de waarde van de gouden penning verminderd.
Bij Koninklijk besluit van 25 januari 1824 wordt bevestigd dat de kosten voor het uitreiken der gouden medailles, voor rekening van de staatskas komen.

In 1832 is men van mening dat het belonen van elke arts of geneesheer die meer dan 100 vaccinaties heeft gedaan, haar doel voorbijschiet. Er is geen sprake van uitmuntendheid of bijzondere verdiensten. Daarom wordt het instellingsbesluit wederom aangepast. Bij Koninklijk besluit no. 89 van 24 mei 1832 (Staatsblad no. 17) wordt bepaalt dat er jaarlijks gouden medailles, elk met een innerlijke waarde van vijftig guldens, zullen worden uitgereikt 'aan geneeskunstoefenaren, en ook aan andere bijzondere personen, in dit rijk woonachtig, die zich bij uitnemendheid verdienstelijk zouden mogen gemaakt hebben, tot bevordering der koepok-inenting, hetzij naar aanleiding van belangeloosheid, veelvuldigheid, naauwkeurige of doelmatige behandeling, het uitgeven van nuttige werken tot toelichting van de kennis en den loop der ziekte, mitsgaders hare afwijkingen, zoo wel als tot eene vruchtbare aanbeveling der kunstbewerking en bestrijding van vooroordeelen tegen dezelve.' Ook worden er in dit besluit weer restricties aangegeven van hoeveel penningen er per provincie maximaal jaarlijks worden uitgereikt en dat de voordrachten dienen te lopen via de provinciale geneeskundige commissies, welke een rapport met de voordrachten elk jaar voor juni bij de minister van Binnenlandse Zaken dienden in te leveren.

Het loslaten van de 100 vaccinaties, levert een nieuw probleem op. Op de medaille van 1809 staat immers dat deze wordt vergeven voor 100 vaccinaties. Daarom wordt bij Koninklijk besluit no. 109 van 1 november 1834 bepaalt dat de medaille, ingesteld bij Koninklijk besluit no. 121 van 26 juni 1817 zal worden gebruikt voor de koepok-vaccinaties.

Dit betreft een ronde penning met een middellijn van 41 millimeter en met aan de voorzijde het portret van Koning Willem I met het randschrift: "WILH: NASS: BELG:. REX: LUXEMB: M: DUX:". Op de keerzijde is een krans van lauwerbladeren, aan de onderzijde bij elkaar gebonden door een lint en aan de bovenzijde samenkomend bij een zesbladige bloem. Binnen de krans was ruimte voor de naam van de ontvanger en de tekst: "DE PROPAGANDA VARIOLARUM VACCINARUM INSITIONE BENE MERITO REX. D. MDCCC...." (voor verdienste bij de bevordering van de pokkenvaccinaties, vanwege de Koning).

Na de abdicatie van Willem I en de troonsbestijging van Willem II wordt de voorzijde van de medaille aangepast. Voortaan sierde het portret van Willem II de voorzijde. Het randschrift luidde: "WILH: II NASS: BELG: RED. LUXEMB: M: DUX.". In de afsnede van het portret valt te lezen: "J.P. SCHOUBERG F." De keerzijde bleef ongewijzigd.

Willem II had een versobering van het verlenen van onderscheidingen voor ogen. Bij Koninklijk besluit no. 59 van 29 mei 1843 (Staatsblad no. 19) bepaalde hij: 'Overwegende dat de, nu door eene ondervinding van meer dan veertig jaren, gestaafde waarde der Koepok-inenting, zóó als voorbehoedmiddel tegen, als ter wijziging van de natuurlijke kinderpok-ziekte, geheel voldoende geacht kan worden, om elk onzer onderdanen aan te zetten om dezelve zich ten nutte te maken, en genoegzame zedelijke aansporing aan de geneeskunst-oefenaren aanbiedt, om dezelve te bewerkstelligen en te bevorderen, zonder dat daartoe verder aanmoediging, door het toekennen van openlijke eereblijken van Gouvernementswege, zoude noodzakelijk behoeven geacht worden.'. Om vervolgens te bepalen dat vanaf 1843 de gouden medailles niet meer verleend zouden worden voor het aanmoedigen of bevorderen van de koepok-inentingen. Wel stelde hij in artikel 3 'bij uitzondering, buitengewone verdiensten en met goed gevolg bekroonde diensten van den onderwerpelijken aard door het toekennen eener gouden medaille te vereeren.' Voor zover bekend is dit echter nooit gebeurd. Bij Koninklijk besluit van 29 februari 1848 (Staatsblad no. 6) werden de reglementen voor Koepok-vaccinatie nogmaals aangepast. Van een gouden medaille was hier geen sprake meer.


Literatuur

Biemans, R.W.H. & Boutier, H.M. (2019). Koninklijk bewijs van erkentelijkheid. De beloningsmedaille ingesteld in 1817 en de daaruit voortgekomen medailles. Wageningen: Asini.
Weyde, A.J. van der (1929, 2 november). Nederlandsche penningen, uitgereikt in verband met het inenten tegen pokken. In: Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde, 73 . II. 44, p. 5149-5155.