| Home -> Medailles -> Vaardigheidsonderscheidingen -> Onderscheidingen van de Nederlandse Sport Federatie |
In 1959 gingen de vaardigheidsproeven van het Nederlandsch Olympisch Comité over naar de Nederlandse Sport Federatie. De eisen bleven hetzelfde, doch de medaille zou van vorm gaan veranderen.
De voorzijde vertoont vanaf dat moment een naar links gerichte klimmende leeuw met zwaard en pijlenbundel op een veld met vijf blokken (zoals in het Rijskwapen). Daar omheen het randschrift "VOOR ALZIJDIGE VAARDIGHEID".
De keerzijde toont drie cirkels, één boven en twee onder, waarin de letters "N", "S" en "F" (Nederlandse Sport Federatie). Tussen de cirkels wordt de ruimte opgevuld door gestyleerde lauwerbladen.
Het toekenningssysteem voor de medailles is gelijk aan die van het N.O.C.: Bij een eerste voldoende deelneming ontvangt men een bronzen medaille. Bij een tweede deelname een bronzen cijfer twee ; derde deelname een zilveren medaille ; vierde deelname een zilver cijfer vier ; vijfde deelname een gouden medaille ; zesde, zevende, etc. deelname het betreffende Arabische cijfer in goud. Wel werd het systeem van meerdere toekenningen iets aangepast. Voortaan zou men bij 10 deelnames een bronzen lauwertak op het lint krijgen. Bij 11, 12, 13, of 14 werden dat een bronzen lauwertak met respectievelijk de Romeinse cijfers I, II, III of IV; bij 15 deelnames een zilveren lauwertak; bij 16, 17, 18 of 19 deelnames een zilveren lauwertak met respectievelijk de Romeinse cijfers I, II, III of IV; bij 20 deelnames een gouden lauwertak; bij 21, 22, 23 of 24 deelnames een gouden lauwertak met respectievelijk de Romeinse cijfers I, II, III of IV; en bij 25 deelnames of hoger een gouden lauwerkrans waarbinnen het aantal deelnames in Arabische cijfers.
Voor zover ik weet wordt het kroontje voor zwaardere proeven niet meer gebruikt.
Het lint is 27 millimeter breed en geheel Nassausch blauw.
Miniaturen zijn bekend met een middellijn van 16 millimeter.
In 1959 werd de organisatie van de Nationale Vijfkamp door de Nederlandse Sport Federatie overgenomen van het Nederlandsch Olympisch Comité. Hiermee kwam er een wijziging in het kruis. Dit ziet er vanaf dat moment tot heden als volgt uit:
Het betreft een vierarmig zilveren kruis, ter breedte 34 millimeter, met in het midden en zilveren medaillon. Op dit medaillon is de leeuw uit het Rijkswapen afgebeeld. Daar omheen het randschrift "NATIONALE VIJFKAMP N.S.F. .". De armen van het kruis zijn blauw geëmailleerd.
De keerzijde is vlak.
Het lint, 37 millimeter breed, is Nassausch blauw met een vijf millimeter brede zilverkleurige baan door het midden.
De toekenningen van het kruis bleven in principe gelijk, doch werden aangepast aan het systeem dat ook bij de Vaardigheidsmedaille zou worden toegepast: bij twee tot negen deelnames een zilverkleurig cijfer op het lint en bij tien deelnames een bronzen lauwertak; bij 11, 12, 13, of 14 werden dat een bronzen lauwertak met respectievelijk de Romeinse cijfers I, II, III of IV; bij 15 deelnames een zilveren lauwertak; bij 16, 17, 18 of 19 deelnames een zilveren lauwertak met respectievelijk de Romeinse cijfers I, II, III of IV; bij 20 deelnames een gouden lauwertak; bij 21, 22, 23 of 24 deelnames een gouden lauwertak met respectievelijk de Romeinse cijfers I, II, III of IV; en bij 25 deelnames of hoger een gouden lauwerkrans waarbinnen het aantal deelnames in Arabische cijfers.
Miniaturen van het kruis zijn bekend met een middellijn van 20 en 16 millimeter.
Meijer, H.G., C.P. Mulder & B.W. Wagenaar (1984). Orders and Decorations of the Netherlands. Venray: eigen publicatie, p. 140-143.
Meijer, H.G. & B.W. Wagenaar (2000). Onderscheidingen, Eretekens en Sportprijzen voor Vaardigheid. Venray: eigen publicatie.